De Griekse letter Pi π (afgerond 3,14), wordt gebruikt om de oppervlakte van een schijf of de omtrek van een cirkel te kunnen bepalen.

 

Zet maar eens het ventiel van je wiel onder en een streep op de grond. Laat het wiel één keer rondgaan en zet weer een streep op de grond. Meet dan de afstand in meters die het wiel heeft afgelegd. Dit is de omtrek van het wiel. Deel dit door de diameter van het wiel waar je dit mee hebt gedaan. Wat is de uitkomst?

Wil je de omtrek berekenen, dan zijn er meerdere formules die je kunt gebruiken. Eén met de diameter en één met de straal.

Als je de oppervlakte wilt berekenen, doe je dit bij een rechthoek, lengte x breedte. Het antwoord wat er uit voortvloeit is in vierkante meter m2. Logisch, want je vermenigvuldigd meters met meters.

Bereken je de oppervlakte binnen een cirkel, dan heb je natuurlijk ook vierkante meter m2 net als bij het voorbeeld de rechthoek. Er is alleen geen lengte en breedte! Vandaar dat π uitkomst biedt.

Er zijn meerdere formules om de oppervlakte binnen een cirkel te berekenen. Net als bij de omtrek.